6. Voedselveiligheid
6.2 Voedselbederf
Wat is voedselbederf?
Bij voedselbederf wordt voeding omgezet. Een goed product wordt omgezet waarna het door je lichaam niet meer goed verdragen wordt. Je spreekt dan over bedorven voedsel.
Besmet voedsel betekent dat er stoffen (micro-organismes) in het voedsel zijn gekomen. Deze komen tegelijk met het voedsel je lichaam binnen en hebben vervelende gevolgen. Je wordt er binnen kortere of langere tijd ziek van.
Besmet voedsel is soms lastig te herkennen. Het voedsel ziet er niet altijd 'slecht' uit. Besmetting met bestrijdingsmiddel komt ook voor.
Wat is voedselbederf?
Bij voedselbederf wordt voeding omgezet. Een goed product wordt omgezet waarna het door je lichaam niet meer goed verdragen wordt. Je spreekt dan over bedorven voedsel.
Besmet voedsel betekent dat er stoffen (micro-organismes) in het voedsel zijn gekomen. Deze komen tegelijk met het voedsel je lichaam binnen en hebben vervelende gevolgen. Je wordt er binnen kortere of langere tijd ziek van.
Besmet voedsel is soms lastig te herkennen. Het voedsel ziet er niet altijd 'slecht' uit. Besmetting met bestrijdingsmiddel komt ook voor.
Verschillende vormen van besmetting:
- chemische omzettingen; bijvoorbeeld: in spinazie en andijvie zit de stof nitraat. Als de groente vaker wordt opgewarmd, veranderd het nitraat in nitriet. Dit is niet gezond voor je lichaam.
- chemische besmetting; dan is het voedsel in contact geweest met chemische middelen. Denk aan schoonmaakmiddelen, maar ook bestrijdingsmiddelen op groente en fruit.
- besmetting door micro-organismen; bijvoorbeeld: bacteriën, virussen of schimmels in het voedsel.
- omzettingen door micro-organismen;
- vervuiling en ongedierte: zoals restjes van verpakking, steentjes of aarde. Dit is vaak niet zo erg, je spoelt het er zo af. Muizen, ratten, kakkerlakken en vliegen kunnen voedsel besmetten met hun uitwerpselen of zij brengen besmetting over.
Als een micro-organisme een voedselproduct zo besmet dat het voedsel je ziek maakt, dan spreken we van voedselvergiftiging. Meestal zijn bacteriën de oorzaak van de vergvergiftiging. De stof waar je ziek van wordt is dan de bacterie zelf of een gifstof die de bacterie uitscheidt.
Voedselvergiftiging:
“Voedselvergiftiging is een infectie die optreedt door het nuttigen van voedsel dat besmet is met chemische stoffen of micro-organismen. De ziekteverschijnselen zijn buikpijn, braken en/of diarree. De verschijnselen treden enige uren tot dagen na het nuttigen van het besmette voedsel op. De meeste vormen van voedselvergiftiging leiden slechts tot enkele dagen ziekte en gaan vanzelf over.”
Bron: Smits, G. & Waas, B. (p.8) Biologie voor jou. Deel 2. Den Bosch: Malmberg
Er zijn dus twee soorten ziekteverwekkers:
“Voedselvergiftiging is een infectie die optreedt door het nuttigen van voedsel dat besmet is met chemische stoffen of micro-organismen. De ziekteverschijnselen zijn buikpijn, braken en/of diarree. De verschijnselen treden enige uren tot dagen na het nuttigen van het besmette voedsel op. De meeste vormen van voedselvergiftiging leiden slechts tot enkele dagen ziekte en gaan vanzelf over.”
Bron: Smits, G. & Waas, B. (p.8) Biologie voor jou. Deel 2. Den Bosch: Malmberg
Er zijn dus twee soorten ziekteverwekkers:
- bacteriën die zich in de maag of darmen nestelen: zoals Salmonella, Campylobacter en E-coli bacterie
- bacteriën die een gifstof in het voedsel afgeven: zoals Clostridium botulinum (beter bekend als botulisme) en Bacillus cereus
Opdrachten 6.2:
1) Kies een voedingsproduct uit dat snel bederft.
Bijvoorbeeld: een stukje kaas, vleeswaren, brood, sinaasappelsap, etc.
a. Stop een klein stukje (ter grote van € 2,-munt) van dit product in een leeg jampotje zonder etiket. Neem dit mee naar school.
De komende 2 weken houd je voor jezelf een logboek bij in je "Dossier: Voedingsverzorging".
Maak een tabel. Schrijf hierin minimaal 2x per week wat jouw bevindingen zijn (hoe ziet het er uit / hoe ruikt het). Vermeld de data erbij.
1) Kies een voedingsproduct uit dat snel bederft.
Bijvoorbeeld: een stukje kaas, vleeswaren, brood, sinaasappelsap, etc.
a. Stop een klein stukje (ter grote van € 2,-munt) van dit product in een leeg jampotje zonder etiket. Neem dit mee naar school.
De komende 2 weken houd je voor jezelf een logboek bij in je "Dossier: Voedingsverzorging".
Maak een tabel. Schrijf hierin minimaal 2x per week wat jouw bevindingen zijn (hoe ziet het er uit / hoe ruikt het). Vermeld de data erbij.
b. Na 2 weken schrijf je jouw conclusie over dit proces van bederf.
Schrijf ook op wat je hiervan geleerd hebt.
Schrijf ook op wat je hiervan geleerd hebt.
2) Extra opdracht: Zin in een spelletje?