6. Voedselveiligheid
6.1 Conserveren
Kijk om te beginnen het volgende filmpje:
http://www.schooltv.nl/beeldbank/clippopup/20050725_medischetechnologie02
Kijk om te beginnen het volgende filmpje:
http://www.schooltv.nl/beeldbank/clippopup/20050725_medischetechnologie02
Conserveren is het verduurzamen van voedsel. Je voorkomt aantasting door micro-organismen zoals bacteriën en schimmels.
Bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/Conserveren
Door conserveren worden de omstandigheden van bacteriën en schimmels ongunstig gemaakt. Hierdoor krijgen deze micro-organismen minder snel de kans om het voedsel te bederven.
Micro-organismen zijn voor hun werking afhankelijk van enzymen. Enzymen werken (tijdelijk) niet bij lage temperaturen. Daardoor groeien micro-organismen in voedsel niet zolang je het invriest. In de koelkast is de groei van micro-organismen geremd. Wanneer je het voedsel op kamertemperatuur brengt, dan bederft het snel.
Bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/Conserveren
Door conserveren worden de omstandigheden van bacteriën en schimmels ongunstig gemaakt. Hierdoor krijgen deze micro-organismen minder snel de kans om het voedsel te bederven.
Micro-organismen zijn voor hun werking afhankelijk van enzymen. Enzymen werken (tijdelijk) niet bij lage temperaturen. Daardoor groeien micro-organismen in voedsel niet zolang je het invriest. In de koelkast is de groei van micro-organismen geremd. Wanneer je het voedsel op kamertemperatuur brengt, dan bederft het snel.
Op hoge temperatuur worden enzymen voorgoed onwerkzaam gemaakt. Zo zijn bijna alle micro-organismen gedood na het pasteuriseren van melk (korte tijd verhitten tot 72 graden).
Na steriliseren van melk (verhit tot 130-140 graden!) zijn alle bacteriën dood.
Tijdens het afkoelen is het belangrijk om opnieuw besmetting te voorkomen.
Door luchtdicht te verpakken voorkom je dit. Denk aan inblikken of vacuüm verpakken.
Water bevordert ook bederf. Als je water onttrekt uit een product, dan is het product langer houdbaar. Denk aan melkpoeder.
Verder zijn zuur, zout en suiker natuurlijke conserveermiddelen.
Daarnaast zijn er ook de kunstmatige conserveermiddelen. Bijvoorbeeld sulfiet in vleeswaren of verschillende dranken.
Na steriliseren van melk (verhit tot 130-140 graden!) zijn alle bacteriën dood.
Tijdens het afkoelen is het belangrijk om opnieuw besmetting te voorkomen.
Door luchtdicht te verpakken voorkom je dit. Denk aan inblikken of vacuüm verpakken.
Water bevordert ook bederf. Als je water onttrekt uit een product, dan is het product langer houdbaar. Denk aan melkpoeder.
Verder zijn zuur, zout en suiker natuurlijke conserveermiddelen.
Daarnaast zijn er ook de kunstmatige conserveermiddelen. Bijvoorbeeld sulfiet in vleeswaren of verschillende dranken.
Opdrachten 6.1:
1) 'Koelen' helpt om voedsel langer te bewaren. Noem nog 3 andere omstandigheden waarin voedsel langer houdbaar is.
b. Hoe komt het dat gesteriliseerde melk (langer houdbaar) minder populair is dan gepasteuriseerde melk?
2) Noem 3 voedselproducten met 3 verschillende natuurlijke conserveermiddelen.
3) Zoek naar een etiket waar zowel natuurlijke als kunstmatige conserveermiddelen op vermeld staan. Noem deze.
Maak een foto van het etiket en voeg deze toe.
1) 'Koelen' helpt om voedsel langer te bewaren. Noem nog 3 andere omstandigheden waarin voedsel langer houdbaar is.
b. Hoe komt het dat gesteriliseerde melk (langer houdbaar) minder populair is dan gepasteuriseerde melk?
2) Noem 3 voedselproducten met 3 verschillende natuurlijke conserveermiddelen.
3) Zoek naar een etiket waar zowel natuurlijke als kunstmatige conserveermiddelen op vermeld staan. Noem deze.
Maak een foto van het etiket en voeg deze toe.