4. voedingsstoffen
4.2 Koolhydraten
Koolhydraten zijn een belangrijke bron van energie. Ook zijn ze belangrijk voor je hersenen en rode bloedcellen. Ze zitten vooral in graanproducten. Bijvoorbeeld brood en pasta. Maar ook in rijst, aardappelen en peulvruchten.
Koolhydraten zijn een belangrijke bron van energie. Ook zijn ze belangrijk voor je hersenen en rode bloedcellen. Ze zitten vooral in graanproducten. Bijvoorbeeld brood en pasta. Maar ook in rijst, aardappelen en peulvruchten.
De gezondheidsraad adviseert voeding waarbij 40 tot 70% bestaat uit koolhydraten. Het lichaam kan koolhydraten snel omzetten in verschillende soorten sachariden (=suikers).
Als je voeding uit meer dan 70% koolhydraten bestaat, dan krijg je te weinig eiwitten en vetten binnen. Dit is ongezond.
Te weinig koolhydraten is ook ongezond, want dan mis je ook de nodige vitamines, mineralen en vezels.
Als je voeding uit meer dan 70% koolhydraten bestaat, dan krijg je te weinig eiwitten en vetten binnen. Dit is ongezond.
Te weinig koolhydraten is ook ongezond, want dan mis je ook de nodige vitamines, mineralen en vezels.
Sacchariden:
Koolhydraten bestaan uit suikermoleculen. Er zijn 3 soorten:
- Monosachariden: zoals glucose (druivensuiker) en fructose (vruchtensuiker).
- Disachariden: opgebouwd uit twee monosacharidenZoals suiker, opgebouwd uit glucose en fructose en lactose (=melksuiker), opgebouwd uit glucose en galactose.
- Polysachariden: zijn samengesteld uit meerdere monosachariden. Deze vorm is beter bekend onder de naam zetmeel.
Het lichaam kan weinig glucose opslaan. Daarom worden de koolhydraten uit voedsel en drinken vooral verbrand.
Als je veel koolhydraten eet en meer calorieën binnenkrijgt dan je verbruikt, dan word je dikker. Het lichaam haalt dan vooral energie uit koolhydraten en slaat het vet uit je voeding op.
Als je veel koolhydraten eet en meer calorieën binnenkrijgt dan je verbruikt, dan word je dikker. Het lichaam haalt dan vooral energie uit koolhydraten en slaat het vet uit je voeding op.
Bij normale eetgewoontes krijgt je net zoveel calorieën binnen als je verbruikt.
Dit noem je een stabiele energiebalans.
Dit noem je een stabiele energiebalans.
Opdrachten 4.2:
1) Schrijf 4 voedingsmiddelen op met veel koolhydraten welke jij dagelijks eet.
2) Maak een schatting uit hoeveel procent koolhydraten jouw voeding bestaat. Leg uit waarom dit wel of niet goed is voor jouw gezondheid.
1) Schrijf 4 voedingsmiddelen op met veel koolhydraten welke jij dagelijks eet.
2) Maak een schatting uit hoeveel procent koolhydraten jouw voeding bestaat. Leg uit waarom dit wel of niet goed is voor jouw gezondheid.